How to say "I go to a meeting" in Dutch.

American English

I go to a meeting

I go to a meeting-ik ga naar een meeting.svg

Dutch

ik ga naar een meeting

More Phrases for Meetings Vocabulary in Dutch

the next meeting

the next meeting-de volgende meeting.svg

de volgende meeting

we have a meeting

we have a meeting-we hebben een meeting.svg

we hebben een meeting

I schedule a meeting

I schedule a meeting-ik plan een meeting.svg

ik plan een meeting

I cancel a meeting

I cancel a meeting-ik annuleer een meeting.svg

ik annuleer een meeting

weekly meeting-de wekelijkse meeting.svg

de wekelijkse meeting

the meeting starts at 10

the meeting starts at 10-de meeting begint om 10 uur.svg

de meeting begint om 10 uur

the meeting ends at 11

the meeting ends at 11-de meeting is om 11 uur afgelopen.svg

de meeting is om 11 uur afgelopen

informal meeting

informal meeting-de informele meeting.svg

de informele meeting

Sorry I'm late.

Sorry I'm late.-Sorry dat ik laat ben..svg

Sorry dat ik laat ben.

What do you think?

What do you think?-Wat vind jij?.svg

I totally agree.

I totally agree.-Ik ben het er helemaal mee eens..svg

Ik ben het er helemaal mee eens.

I'm afraid I don't agree.

I'm afraid I don't agree.-Ik ben bang dat ik het daar niet mee eens ben..svg

Ik ben bang dat ik het daar niet mee eens ben.

I'm not sure what you mean.

I'm not sure what you mean.-Ik weet niet zeker wat je bedoelt..svg

Ik weet niet zeker wat je bedoelt.

That will be all for today.

That will be all for today.-Dat was het voor vandaag..svg

Dat was het voor vandaag.

night shift-de nachtdienst.svg

coffee break-de koffiepauze.svg

we go out to lunch

we go out to lunch-we lunchen buiten de deur.svg

we lunchen buiten de deur

I work-ik werk.svg

I type-ik typ.svg

I go to work-ik ga naar mijn werk.svg

ik ga naar mijn werk

I return home-ik ga naar huis.svg

ik ga naar huis

I finish-ik finish.svg

I commute-ik pendel.svg

I am working this week.

I am working this week.-Ik werk deze week..svg

Ik werk deze week.

I make a phone call

I make a phone call-NOTAVAILABLE.svg

I answer the phone

I answer the phone-ik neem de telefoon op.svg

ik neem de telefoon op

I send an email

I send an email-ik stuur een e-mail.svg

ik stuur een e-mail

I check my email

I check my email-ik lees mijn e-mail.svg

ik lees mijn e-mail

I give a presentation

I give a presentation-ik geef een presentatie..svg

ik geef een presentatie.

Example sentences

American EnglishThe meeting has been scheduled for tomorrow afternoon.

How To Say "I go to a meeting" In 45 Languages.

Other interesting topics in Dutch