How to say "What time is it?" in Dutch.

American English

What time is it?

What time is it?-Hoe laat is het?.svg

Dutch

Hoe laat is het?

Learn the word in this minigame:

More Getting Around Vocabulary in Dutch

What's this called?

What's this called?-Hoe heet dit?.svg

How far?-Hoe ver?.svg

Is it near?-Is het vlakbij?.svg

Is het vlakbij?

How long to get to the airport?

How long to get to the airport?-Hoe lang is het naar het vliegveld?.svg

Hoe lang is het naar het vliegveld?

On the left.-aan de linkerkant.svg

aan de linkerkant

On the right.-aan de rechterkant.svg

aan de rechterkant

Leave at what time?

Leave at what time?-Hoe laat vertrekken?.svg

Hoe laat vertrekken?

To the airport please!

To the airport please!-Naar het vliegveld, alstublieft!.svg

Naar het vliegveld, alstublieft!

Slow down!-afremmen.svg

It's 3 o'clock.

Can you take my photo?

Can you take my photo?-Wilt u een foto maken?.svg

Wilt u een foto maken?

Can I take your photo?

Can I take your photo?-Zal ik een foto maken?.svg

Zal ik een foto maken?

At what time?-Hoe laat?.svg

It's at 8.30 am.

It's at 8.30 am.-Het is om half negen 's ochtends..svg

Het is om half negen 's ochtends.

When is your birthday?

When is your birthday?-Wanneer bent u jarig?.svg

Wanneer bent u jarig?

My birthday is on May 21st.

My birthday is on May 21st.-Mijn verjaardag is op 21 mei..svg

Mijn verjaardag is op 21 mei.

How long does it take?

How long does it take?-Hoelang duurt het?.svg

Hoelang duurt het?

It takes 3 hours and 55 minutes.

It takes 3 hours and 55 minutes.-Het duurt 3 uur en 55 minuten..svg

Het duurt 3 uur en 55 minuten.

I go running on Mondays.

I go running on Mondays.-Ik loop hard op maandag..svg

Ik loop hard op maandag.

I am working this week.

I am working this week.-Ik werk deze week..svg

Ik werk deze week.

I see my parents every month.

I see my parents every month.-Ik zie mijn ouders elke maand..svg

Ik zie mijn ouders elke maand.

I am going to Italy this year in August.

I am going to Italy this year in August.-Dit jaar ga ik in augustus naar Italië..svg

Dit jaar ga ik in augustus naar Italië.

Today is August 3, 2016.

Today is August 3, 2016.-Vandaag is het 3 augustus 2016..svg

Vandaag is het 3 augustus 2016.

Do you speak English?

Do you speak English?-Spreekt u Engels?.svg

Spreekt u Engels?

I need water.-Ik heb water nodig.svg

Ik heb water nodig

Help!-Help!.svg

I'm lost.-Ik ben verdwaald.svg

Ik ben verdwaald

Can you help me?

Can you help me?-Kunt u me helpen?.svg

Kunt u me helpen?

Write it down!-opschrijven.svg

Watch out!-kijk uit.svg

I lost my wallet.

I lost my wallet.-Ik ben mijn portemonnee verloren..svg

Ik ben mijn portemonnee verloren.

Can I use your mobile?

Can I use your mobile?-Mag ik uw telefoon gebruiken?.svg

Mag ik uw telefoon gebruiken?

Are you from here?

Are you from here?-Komt u hiervandaan?.svg

Komt u hiervandaan?

Repeat!-herhalen.svg

Speak slowly!-langzaam praten.svg

langzaam praten

bus-de bus.svg

bus stop-de bushalte.svg

ticket-het kaartje.svg

ticket machine-de kaartautomaat.svg

de kaartautomaat

information board

information board-het informatiebord.svg

het informatiebord

handhold-de handgreep.svg

How much?-Hoeveel?.svg

bus ticket-het buskaartje.svg

eight o seven-acht uur zeven.svg

seven twenty-five

seven twenty-five-vijf voor halfacht.svg

vijf voor halfacht

six thirty-zes uur dertig.svg

one thirty-three

one thirty-three-drie over halftwee.svg

drie over halftwee

three ten-drie uur tien.svg

two fifteen-twee uur vijftien.svg

twee uur vijftien

Learn the word for "What time is it?" in 45 More Languages.

Other interesting topics in Dutch