Drops
Droplets
Scripts
Languages
Blog
Kahoot!
Business
Gift Drops
Home
/
American English to Dutch
/
More Kitchen
/
snack
How to say "Snack" in Dutch and 92 more useful words.
American English
snack
Dutch
het tussendoortje
More More Kitchen Vocabulary in Dutch
American English
Dutch
dairy
de zuivel
lunch
het middageten
dinner
het avondeten
teaspoon
de theelepel
tablespoon
de eetlepel
freezer
de vriezer
ice tray
het ijsblokbakje
lunchbox
de broodtrommel
egg tray
het eierrek
mortar and pestle
de vijzel en stamper
ice bucket
de ijsemmer
takeout
het afhaaleten
saucer
de schotel
crumbs
de kruimels
pitcher
de kan
cork
de kurk
bagel
de bagel
bag of chips
de zak chips
pickle
de augurk
nachos
de nacho's
milkshake
de milkshake
beef jerky
de beef jerkey
dried fruit
het gedroogd fruit
chips and dip
de chips met dipsaus
chewing gum
de kauwgom
We're going on a road trip!
We gaan op een roadtrip!
scenic route
de toeristische route
Look at that!
Kijk daar eens!
We missed the exit.
We hebben de afslag gemist.
Let's check the GPS again.
Laten we de navigatie nog eens controleren.
How about some music?
Zullen we muziek opzetten?
singing in the car
zingen in de auto
I'm bored
ik verveel me
I need to stretch my legs.
Ik moet mijn benen strekken.
I need a toilet.
Ik moet naar het toilet.
There's a rest area coming up.
Er komt een verzorgingsplaats aan.
We're low on gas.
We hebben niet veel benzine meer.
We're making good time.
We schoten goed op.
bumper-to-bumper traffic
het filerijden
I need water.
Ik heb water nodig
man
de man
family
de familie
chat
het praatje
black
zwart
jacket
het jack
sandals
de sandalen
cat
de kat
handbag
de handtas
fan
de ventilator
billboard
het reclamebord
coffee
de koffie
gas station
het tankstation
hitchhiking
het liften
car wash
de wasstraat
gas tank
de benzinetank
motor oil
de motorolie
windshield wipers
de ruitenwissers
pump
de pomp
gasoline
de benzine
tires
de banden
nap
het dutje
meditation
de meditatie
I exercise
ik beweeg
I drink tea
ik drink thee
I breathe
ik adem
I walk the dog
ik laat de hond uit
I relax
ik ontspan
I listen to music
ik luister muziek
I have lunch
ik lunch
I surf the net
ik surf op internet
I make coffee
ik zet koffie
apple
de appel
carrot
de wortel
almond
de amandel
hazelnut
de hazelnoot
walnut
de walnoot
cashew nut
de cashewnoot
energy bar
de energiereep
fig
de vijg
date
de dadel
granola bar
de mueslireep
bottle
de fles
corkscrew
de kurkentrekker
barrel
het vat
winery
de wijnmakerij
sommelier
de sommelier
wine
de wijn
I like
ik hou van
I pour
ik schenk
I choose
ik kies
I review
ik beoordeel
I compare
ik vergelijk
Example sentences
American English
After I get home from school, I have a light snack.
Learn the word for "Snack" in 45 More Languages.
Hungarian
nasi
Korean
간식
Castilian Spanish
el tentempié
Japanese
スナック
French
le goûter
Mandarin Chinese
零食
Italian
la merenda
German
der Snack
Russian
перекусить
Brazilian Portuguese
o lanche
Hebrew
חטיף
Arabic
وجبة خفيفة
Turkish
atıştırmalık
Danish
snack
Swedish
mellanmål
Norwegian
matbit
Hindi
नाश्ता
Tagalog
miryenda
Vietnamese
bữa ăn nhẹ
Esperanto
manĝeto
Icelandic
snarl
Indonesian
makanan ringan
British English
snack
Mexican Spanish
el bocadillo
European Portuguese
o lanche
Cantonese Chinese
小食
Thai
ขนมกรุบกรอบ
Polish
przekąska
Hawaiian
NOTAVAILABLE
Māori
kai kinikini
Samoan
vai 'aiga
Greek
κολατσιό
Finnish
välipala
Persian
میانوعده
Estonian
suupiste
Croatian
užina
Serbian
ужина
Bosnian
užina
Sanskrit
Swahili
kumbwe
Yoruba
ìpanu
Igbo
ihe ọtịta
Ukrainian
закуска
Catalan
Galician
Romanian
Irish
NOTAVAILABLE
Other interesting topics in Dutch
Essentials
Drinks
Numbers
Airport
Food
Hotel
