Drops
Droplets
Scripts
Languages
Blog
Kahoot!
Business
Gift Drops
Home
/
American English to Dutch
/
Community
/
friend
How to say "Friend" in Dutch and 95 more useful words.
American English
friend
Dutch
de vriend
More Community Vocabulary in Dutch
American English
Dutch
people
de mensen
parent
de ouder
human
de mens
laughter
het gelach
village
het dorp
introduction
de kennismaking
strength
de kracht
visitor
de bezoeker
identity
de identiteit
important
belangrijk
city
de stad
I connect
ik maak contact
I miss
ik mis
I approach
ik benader
I exchange
ik wissel uit
I surround
ik omring
I survive
ik overleef
I thank
ik bedank
parents
de ouders
father
de vader
girlfriend
de vriendin
grandfather
de opa
grandmother
de oma
children
de kinderen
mother
de moeder
boyfriend
het vriendje
hug
de knuffel
wife
de echtgenote
son
de zoon
husband
de echtgenoot
daughter
de dochter
sister
de zus
brother
de broer
I love you!
Ik houd van jou!
my family
mijn familie
hi
hoi
thank you
bedankt
bye
dag
please
alsjeblieft
party
het feest
What's your name?
Hoe heet u?
Fine, thank you.
Goed, bedankt.
colleague
de collega
My name is Alex.
Ik heet Alex.
You're welcome!
geen dank
Nice to meet you!
leuk u te ontmoeten
How are you?
Hoe gaat het?
Cheers!
proost
ten
tien
egg
het ei
head
het hoofd
bed
het bed
red
rood
pen
de pen
leg
het been
smell
de geur
pumpkin
de pompoen
dessert
het nagerecht
dinner
het avondeten
delicious
heerlijk
Enjoy your meal!
eet smakelijk
November
november
gobble
klok
autumn
de herfst
cozy
gezellig
roommates
de huisgenoten
we go out together
we gaan samen uit
homesick
het heimwee
chosen family
de gekozen familie
I cook
ik kook
bar
de bar
park
het park
cafe
het café
beach
het strand
ice cream
het ijs
travel
de reis
picnic table
de picknicktafel
I talk
ik praat
I meet
ik ontmoet
I walk
ik loop
I play
ik speel
I enjoy
ik geniet
pub
de kroeg
restaurant
het restaurant
hangover
de kater
ashtray
de asbak
wine
de wijn
Are you free this weekend?
Heb je dit weekend nog vrij?
Let's get dinner!
Laten we samen eten!
See you at eight!
Zie je om 8 uur!
let's split the bill
laten we de rekening splitten
I've got the check.
Ik betaal de rekening.
we celebrate
we vieren
I dance
ik dans
Sorry I'm late.
Sorry dat ik laat ben.
Example sentences
American English
There are a lot of people in the room.
How to say "Friend" in Dutch and in 45 More languages.
Hungarian
barát
Korean
친구
Castilian Spanish
el amigo
Japanese
ともだち
French
l'ami
Mandarin Chinese
朋友
Italian
l'amico
German
der Freund
Russian
друг
Brazilian Portuguese
o amigo
Hebrew
חברה
Arabic
صديق
Turkish
arkadaş
Danish
ven
Swedish
en vän
Norwegian
vennen
Hindi
मित्र
Tagalog
kaibigan
Vietnamese
bạn
Esperanto
amiko
Icelandic
vinur
Indonesian
teman
British English
friend
Mexican Spanish
el amigo
European Portuguese
o amigo
Cantonese Chinese
朋友
Thai
เพื่อน
Polish
przyjaciel
Hawaiian
Māori
Samoan
Greek
ο φίλος
Finnish
ystävä
Persian
دوست
Estonian
sõber
Croatian
prijatelj
Serbian
Bosnian
Sanskrit
Swahili
rafiki
Yoruba
ọ̀rẹ́
Igbo
enyi
Ukrainian
друг
Catalan
Galician
Romanian
prietena
Irish
cara
Other interesting topics in Dutch
Essentials
Drinks
Numbers
Airport
Food
Hotel