Drops
Droplets
Scripts
Languages
Blog
Kahoot!
Business
Gift Drops
Home
/
Dutch to American English
/
Skiën & ijshockey
Words for "Skiën & ijshockey" in American English
Learn the most common words for "Skiën & ijshockey" in American English. Click on a word for more information and translations.
Dutch
American English
de skistokken
ski poles
de skischoenen
ski boots
de skibril
ski goggles
de stoeltjeslift
chairlift
de skihut
ski lodge
de skipas
ski pass
de nepsneeuw
fake snow
de puck
puck
de ijshockeystick
hockey stick
de schaatsen
ice skates
het bitje
teeth guard
de ijsbaan
ice rink
het masker
mask cage
de vanghandschoen
catcher glove
het scorebord
scoreboard
de toeschouwers
spectators
ik glij
I glide
ik scoor
I score
Related topics
Sport
Sportuitrusting
Meer sport
Fiets