Drops
Droplets
Scripts
Languages
Blog
Kahoot!
Business
Gift Drops
Home
/
Dutch to American English
/
Roadtrip
Words for "Roadtrip" in American English
Learn the most common words for "Roadtrip" in American English. Click on a word for more information and translations.
Dutch
American English
het tussendoortje
snack
We gaan op een roadtrip!
We're going on a road trip!
de toeristische route
scenic route
Kijk daar eens!
Look at that!
We hebben de afslag gemist.
We missed the exit.
Laten we de navigatie nog eens controleren.
Let's check the GPS again.
Zullen we muziek opzetten?
How about some music?
zingen in de auto
singing in the car
ik verveel me
I'm bored
Ik moet mijn benen strekken.
I need to stretch my legs.
Ik moet naar het toilet.
I need a toilet.
Er komt een verzorgingsplaats aan.
There's a rest area coming up.
We hebben niet veel benzine meer.
We're low on gas.
We schoten goed op.
We're making good time.
het filerijden
bumper-to-bumper traffic
Ik heb water nodig
I need water.
Related topics
Basisbegrippen 01 - Dagje weg
Basisbegrippen 02 - Bezienswaardigheden
Basisbegrippen 03 - Op reis
Basisbegrippen 04 - Wereldreiziger